Verborgen gebreken of niet-conforme levering bij een verkoop? Aarzel niet!
Bij de aankoop van een roerend goed (bv. wagen) of een onroerend goed (bv. een woning) probeert u als koper op eventuele gebreken te letten. Bij een auto zal u wellicht aandacht hebben voor aanwezige deuken of krassen dan wel of de motor draait of niet. Bij een woning heeft u oog voor afbrokkelende muren en zal u de aanwezige toestellen best eens aan- en afzetten om te zien of deze nog werken. Het voorbehoudloos in ontvangst nemen van het goed als koper zal dan een aanvaarding inhouden van het goed mét deze zichtbare gebreken. Maar wat met die gebreken die op datum van levering aan het oog ontsnappen?
Alvorens we stilstaan bij de mogelijkheden die de koper heeft, verklaren we nog even het begrip ‘verborgen gebrek’.
Vooreerst moet het gebrek verborgen zijn of “niet-zichtbaar”. Een gebrek is zichtbaar wanneer het kan worden ontdekt door een ernstig en bevoegd koper na aandachtig doch normaal onderzoek, dadelijk na de levering.
Daarnaast moet een gebrek het goed ongeschikt maken voor het beoogde gebruik ervan. Het gebrek moet dus voldoende ernstig zijn. Gebreken die gemakkelijk herstelbaar zijn, geven de koper evenmin een vorderingsrecht.
Ten slotte moet het verborgen gebrek minstens in de kiem aanwezig zijn op het ogenblik van de koop, dit is het ogenblik wanneer de eigendom overgaat van de verkoper naar de koper.
Ter illustratie werden in de recente rechtspraak volgende gevallen beschouwd als een verborgen gebrek:
- barstjes in een autochassis;
- een lekkende afvoerbuis ingewerkt in een muur;
- door de verkoper gecamoufleerde vochtigheidsproblemen (bv. door het plaatsen van voorzetwanden);
- een abnormaal stroomverlies van een nieuw voertuig.
De koper heeft wettelijk gezien twee verschillende mogelijkheden:
- Enerzijds kan de koper kiezen om het goed terug te geven in ruil voor de gehele verkoopprijs die hij reeds zou hebben betaald, meer de door de koop veroorzaakte kosten;
- Anderzijds kan de koper kiezen om het goed te houden, maar wel een gedeelte van de verkoopprijs terugvorderen.
Belangrijk: de koper die dit recht wil laten gelden, moet dit binnen een korte termijn doen.
De wetgever bepaalt nu evenwel niet hoe lang een korte termijn precies duurt. De rechter beoordeelt dit in functie van de concrete omstandigheden en dat maakt het natuurlijk vaak moeilijk om de slaagkansen van bovenstaande vorderingen op voorhand in te schatten. Indien uitstelgedrag de koper niet vreemd is, zal deze vaak niet meteen naar de rechtbank stappen om een vordering in te dienen. Het duurt vaak wel even vooraleer de koper geïnformeerd raakt over zijn rechten en besluit actie te ondernemen, waardoor de korte termijn riskeert te verstrijken.
Bepaalde kopers probeerden deze korte termijn te omzeilen door hun vordering in te stellen onder de noemer van een ‘niet-conforme levering’. Hierbij argumenteerden deze kopers dan dat er sprake was van een gebrek aan overeenstemming tussen hetgeen beloofd werd en hetgeen geleverd werd. Dit was goed gezien, want voor een vordering op grond van een ‘niet-conforme levering’ geldt de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van tien jaar.
In een recent arrest van 6 januari 2022 floot het Hof van Cassatie deze spitsvondige kopers evenwel terug. Het hof oordeelde immers dat de vordering op grond van een niet-conforme levering zo spoedig als mogelijk moet gebeuren na de aanvaarding van de levering, zelfs bij een verborgen niet-conformiteit.
De vordering betreffende de niet-conforme levering kan aldus niet meer worden aangewend als een ‘back-upoptie’ voor het geval de korte termijn voor verborgen gebreken reeds is overschreden, en zulks is uiteindelijk ook terecht.
Wordt u geconfronteerd met een verborgen gebrek na aankoop van een goed, aarzel dan dus niet te lang om de juiste stappen te zetten…
Youssef Boulgaddim