Belexa okt 2023 245 vennoten

Onderaanneming vanaf 1 januari 2025. Bent u klaar?

28 oktober 2024
door
Mathieu Malfait

Op 1 juli 2024 werd de wet van 7 februari 2024 houdende de “Buitencontractuele aansprakelijkheid” in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze nieuwe wet, die vanaf 1 januari 2025 toepasselijk wordt op alle feiten die vanaf dat ogenblik plaatsvinden, vervangt de oude regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid (voor de juristen onder ons verwijzen we naar de artikelen 1382 tot 1386bis Burgerlijk Wetboek). Waar u als aannemer met uw opdrachtgever enerzijds en met uw onderaannemer anderzijds telkens in een contractuele relatie staat, zal u nogal snel geneigd zijn deze nieuwe wet aan u te laten voorbij gaan. Terecht? Niet echt zoals hierna zal blijken.

Wat is de huidige situatie?

Momenteel geldt nog het ‘Stuwadoorsarrest’ van 7 december 1973. Toegepast op een situatie met een opdrachtgever A, een hoofdaannemer B en een onderaannemer C betekende dit dat het voor de opdrachtgever A vrij moeilijk was om zich rechtstreeks te richten tot onderaannemer C indien deze laatste een fout had begaan naar aanleiding van de onderaanneming. Hierdoor sprak men bijgevolg ook wel over de zogenaamde ‘quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent’. Immers, enerzijds ontbreekt een contract tussen opdrachtgever A en onderaanemer C om op contractuele basis een vordering in te stellen terwijl anderzijds een buitencontractuele vordering enkel mogelijk is indien er sprake is van een strafbaar feit of een fout waarbij de schade de overeenkomst te buiten gaat.

Vanaf 1 januari 2025?

Vanaf 2025 verandert dit systeem. Onder de nieuwe wet kunnen contractspartijen zowel op contractuele als buitencontractuele grondslag worden aangesproken. Zo zullen opdrachtgever A en hoofdaannemer B elkaar zowel op contractuele als buitencontractuele grondslag kunnen aanspreken. Dit geldt ook zo voor hoofdaannemer B en onderaannemer C. Tussen Opdrachtgever A en onderaannemer C zal er uiteraard nog steeds geen contract zijn, doch zal deze nu veel eenvoudiger aangesproken kunnen worden op buitencontractuele grondslag. Er zal niet langer sprake moeten zijn van een strafbaar feit of een fout waarbij de schade de overeenkomst te buiten gaat.

De bescherming van quasi-immuniteit vervalt dus grotendeels, al zijn er contractueel nog steeds uitzonderingen mogelijk. Vandaar de titel van dit artikel. Bent u klaar voor deze nieuwe wetgeving? Immers, met uitzondering voor specifieke situaties (aantasting van de fysieke of psychische integriteit enerzijds en opzettelijke fouten anderzijds) zal u één en ander contractueel kunnen finetunen.

Zo zullen verweermiddelen uit het hoofdcontract (dit is het contract tussen opdrachtgever A en hoofdaannemer B) en ondercontract (dit is het contract tusen hoofdaannemer B en onderaannemer C) doorwerken. Dit betekent dat bijvoorbeeld de onderaannemer C een schadebeperkingsclausule of een exoneratieclausule zal kunnen inroepen ten aanzien van opdrachtgever A indien deze werd opgenomen in het ondercontract dan wel het hoofdcontract.

Bij onderaanneming zal u er dus ook steeds goed aan doen hoofdcontract en ondercontract op elkaar af te stemmen en dit in functie van de concrete situatie.

Aarzel niet ons te contacteren voor eventuele bijstand of vragen.

Mathieu Malfait

Deze website maakt gebruik van cookies

Bepaal uw voorkeur hier

Meer informatie vindt u in ons privacybeleid.

`