Nieuwsbrief 1

Een diagnose missen is niet per definitie foutief handelen

19 september 2021
door
An Deprez
Stéphanie Van den Broeke

Een kindje wordt tegen alle verwachtingen in geboren met spina bifida, beter gekend als open rug. Al vlug rijst de vraag of de gynaecoloog enige aansprakelijkheid te verwijten valt? In een arrest van 27 februari 2020 sprak het Hof van Beroep zich uit over deze delicate kwestie en oordeelde het Hof dat het missen van een diagnose niet per definitie een foutieve handeling uitmaakt in hoofde van de gynaecoloog.

Het uitvoeren van een onderzoek om prenatale ziektes of afwijkingen op te sporen bij de ongeboren vrucht, dient immers niet als een resultaatsverbintenis, doch als een middelenverbintenis of inspanningsverbintenis te worden beschouwd. Dit onderscheid houdt in dat de gynaecoloog verplicht is om de nodige inspanningen te leveren of bepaalde middelen aan te wenden om een gewenst resultaat te bereiken, maar niet gegarandeerde resultaat.

De kwalificatie van deze taak van de gynaecoloog als een middelenverbintenis heeft tot gevolg dat de ouders zullen moeten bewijzen dat de gynaecoloog in de gegeven omstandigheden niet alle inspanningen heeft geleverd die van een normaal en zorgvuldig gynaecoloog konden worden verwacht en dat hieruit schade is ontstaan die in oorzakelijk verband staat.

In het kader van het debat wezen de ouders onder meer naar het gegeven dat de gynaecoloog zou hebben nagelaten om gedetailleerde verslagen en beeldmateriaal bij te houden naar aanleiding van diens onderzoeken hangende de zwangerschap, hetgeen nochtans voortvloeide uit de “Richtlijnen voor het uitvoeren van een gestructureerd echografisch onderzoek in de zwangerschap” zoals reeds 6 jaar voorafgaand aan de geboorte van hun zoontje werd gepubliceerd op de site van de VVOG (Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie).

Naar aanleiding van het geschil rees de vraag omtrent de waarde van dit document nu het nooit werd goedgekeurd door de beroepsvereniging. Met andere woorden, is het een richtlijn die nageleefd moet worden (waardoor het niet naleven ervan per definitie foutief is) of betreft het een louter advies?

Het Hof oordeelde dat de richtlijn niet als een na te leven norm kan worden beschouwd, maar als een op termijn na te streven doel. Dit doel was ten tijde van de zwangerschap nog niet bereikt. Het louter niet-naleven van de richtlijn kon op zichzelf dan ook niet als een fout aanzien worden.

Zulks neemt natuurlijk niet weg dat het Hof in casu wel nog steeds rekening moet houden met de gangbare praktijken in hoofde van normaal en zorgvuldige gynaecologen ten tijde van de zwangerschap.

Het Hof stelde vast dat ten tijde van de kwestieuze zwangerschap doorgaans geen aparte echoverslagen werden gemaakt dat er bij de meeste gynaecologen geen systematische opslag van beeldmateriaal werd gedaan zodat de gynaecoloog in kwestie dan ook niet verweten kon worden dat zij slechts de afwijkende waarden noteerde.

Ook de analyse van de gerechtsdeskundige werd door het Hof getoetst aan het principe van de normale en zorgvuldige gynaecoloog in dezelfde omstandigheden en stelde zo terecht dat het niet is omdat de gerechtsdeskundige, na het herhaaldelijk en retrospectief bekijken van de DVD-opnames van de echografische onderzoeken specifiek gericht op het opmerken van een lemon sign, hetgeen kan wijzen op spina bifida, en vervolgens ook een lemon sign opmerkt, dat de gynaecoloog in kwestie dit ook had moeten opmerken nu de omstandigheden totaal anders zijn.

Het Hof benadrukte dat wanneer geoordeeld zou worden dat het aan de arts zou toekomen om te bewijzen dat hij wél zorgvuldig handelde ook al had hij de afwijking niet gezien, deze voor een bijna onmogelijke bewijslast zou komen te staan.

An Deprez

Stéphanie Van den Broeke

Deze website maakt gebruik van cookies

Bepaal uw voorkeur hier

Meer informatie vindt u in ons privacybeleid.

`