Laptop

Onschuldig verdacht en hoge advocatenkosten? Spreek de dader aan!

16 mars 2022
door
Stéphanie Van den Broeke

Een man werd ten onrechte verdacht van het misbruik van zijn eigen kind en zag zich hierdoor genoodzaakt om zich te laten bijstaan door een advocaat (advies, bijstand bij verhoor, inzage dossier, etc…). Uiteindelijk bleek de dader iemand anders te zijn. Het dossier lastens de vader van het kind werd zonder gevolg gerangschikt en de echte dader (een derde) werd veroordeeld door de correctionele rechtbank. Goed nieuws voor de vader, maar wat met alle advocatenkosten die hij tijdens de onderzoeksfase wel heeft moeten maken om zijn onschuld uit te schreeuwen?

Image deduction

In een vonnis van 17 mei 2021, uitgaande van de correctionele kamer bij de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, is een goed onderbouwde motivering terug te vinden voor het verhalen van deze advocatenkosten op de werkelijke dader.

Het principe voor het bekomen van een schadevergoeding voor de strafrechter is duidelijk. Een schadevergoeding kan worden gevorderd voor schade die voortvloeit uit een misdrijf. Voor het slachtoffer van het misdrijf (in dit geval het kind) is dit principe relatief simpel en vanzelfsprekend. Maar wat met de vader die ten onrechte werd verdacht van het misdrijf en die heel wat advocatenkosten diende te maken om zijn onschuld te bewijzen?

De vader stelde zich burgerlijke partij naar aanleiding van de behandeling ten gronde. Zijn schade werd als volgt begroot:

  1. Een schadevergoeding door weerkaatsing ten gevolge van het misbruik op zijn kind. Het zien lijden van zijn kind veroorzaakte bij hem een eigen leed.
  2. Een schadevergoeding ten gevolge van de valse beschuldigingen. Zoals hoger gesteld, diende de vader zich tijdens de onderzoeksfase te laten bijstaan door een advocaat. De vader wenste aldus ook deze schade op de dader te verhalen, nu ook deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het misdrijf.
  3. Een rechtsplegingsvergoeding, weze de wettelijk voorziene vergoeding voor de advocatenkosten van de vader die verbonden zijn aan zijn burgerlijke partijstelling.

De dader stelde dat voornoemde posten 2 en 3 niet afzonderlijk konden worden verhaald op hem.

De correctionele rechtbank volgde dit standpunt niet en stelde dat:

  • de vader niet alleen beroep deed op een raadsman voor het stellen van zijn burgerlijke vordering, maar eveneens voor het zich laten bijstaan tijdens het strafonderzoek waarin hij niet als slachtoffer werd aanzien, maar als mogelijke verdachte;
  • deze specifieke advocatenkosten niet zoals de rechtsplegingsvergoeding voortvloeiden uit de procesverhouding tussen de dader en de vader, nu deze procesverhouding pas ontstond bij het instellen van de burgerlijke partijstelling;
  • er ten slotte sprake was van een oorzakelijk verband tussen deze specifieke advocatenkosten en het misdrijf. Had de dader het misdrijf niet gepleegd, dan was er van een verdenking van de vader immers geen sprake geweest en dus evenmin van de daaraan verbonden specifieke advocatenkosten die ontstonden voorafgaand aan de procesverhouding die aanleiding gaf tot de rechtsplegingsvergoeding.

Met andere woorden, maakte je belangrijke kosten bij de verdediging van jouw onschuld, dan stel je je best burgerlijke partij om zo deze kosten alsnog te kunnen verhalen op de echte dader.

Stéphanie Van den Broeke

Ce site web utilise des cookies

Bepaal uw voorkeur hier

`